Het neerslaan is eenvoudig te wijten aan de chloorhexidine+ en Cl- interactie van lidocaïne HCL, waarbij onoplosbaar chloorhexidinehydrochloride wordt gevormd.
Het verkiest de voorkeur om de lidocaïne zoutvorm te vervangen door de base. De pH kan dan echter te alkalisch zijn voor de stabiliteit van chloorhexidine en aanzuren met verdund azijnzuur dient te geschieden bij pH = +/- 4,5.