Er moet rekening gehouden worden met wat er in Martindale staat omtrent onverenigbaarheden: ‘Chloorhexidinezouten zijn onverenigbaar met zepen en andere anionische materialen. De activiteit kan verminderd zijn in aanwezigheid van suspendeermiddelen zoals alginaten en tragacanth, onoplosbare poeders zoals kaolien en onoplosbare verbindingen van calcium, magnesium en zink. Chloorhexidineacetaat is onverenigbaar met kaliumjodide. Bij een concentratie van 0,05% zijn chloorhexidinezouten onverenigbaar met boraten, bicarbonaten, carbonaten, chloriden, citraten, nitraten, fosfaten en sulfaten, waarbij zouten met een lage oplosbaarheid worden gevormd die uit de oplossing kunnen neerslaan. Bij verdunningen van 0,01% of meer zijn deze zouten over het algemeen oplosbaar. In hard water kunnen onoplosbare zouten ontstaan. Chloorhexidinezouten worden geïnactiveerd door kurk’
Chloorhexidine (en zouten) zijn dus onverenigbaar met anionogene crèmes:
Bevatten bijvoorbeeld:
– Natriumlaurylsulfaat
– Sorbinezuur
Dus niet met
1. AVA (Sorbinezuur)
2. Cetomacrogolcrème (Sorbinezuur)
3. Lanettewascrème (Sorbinezuur)
4. Hydrofiele anionische crème (Natriumlaurylsulfaat)
5. Waterhoudende wolvetalcoholenzalf (Sorbinezuur)
6. Beeler
Mogelijks wel met
1. Niet-ionogene emulsiebasis
2. Cetomacrogolcrème zonder sorbinezuur (ex tempore te bereiden)
Naar toepassing toe wordt chloorhexidinediacetaat vaak gebruikt in een poeder of vette zalf. Digluconaat komt eerder in aanmerking wanneer de bereiding van een oplossing gevraagd wordt omwille van oplosbaarheid.
De Martindale geeft het volgende mee
– Diacetaat: sparingly soluble in water (1/55), soluble in alcohol (1/15), slighlty soluble in glycerol and in propyleenglycol
– Gluconaat: Miscible with water, with not more than 5 parts of alcohol, and with not more than 3 parts of acetone.