De kwalitatieve samenstelling is terug te vinden op https://www.fagron.be/nl-be/tools in het document ‘Kwalitatieve samenstelling van samengestelde producten.
Beide basissen bevatten dus een wolvetalcohol. Eventuele alternatieven die geen wolvet(alcohol) bevatten zijn waterhoudende vaseline met sorbitansesquioleaat (AVA crème) en carbomeergel (carbopolgel).
Erythromycine is niet compatibel met cetomacrogelcrème gebufferd TMF. Erythromycine vertoont een maximale stabiliteit bij een pH tussen 6 en 9,5 en is hierdoor niet stabiel bij verwerking in cetomacrogolcrème gebufferd TMF, dewelke pH 5 heeft. Cetomacrogolcrème niet-gebufferd van Fagron komt wel in aanmerking als zeer geschikte basis voor de verwerking van deze grondstof gezien deze een pH heeft van +/- 7.
Cetomacrogolcrème niet-gebufferd is een geschikte basis voor de verwerking van deze grondstof gezien erythromycine een maximale stabiliteit heeft bij een pH gebied tussen 6 en 9,5. Cetomacrogolcrème niet-gebufferd van Fagron heeft een pH van +/-7.
Cetomacrogolcrème niet-gebufferd komt in aanmerking als geschikte basis voor de verwerking van erythromycine gezien de maximale stabiliteit bij pH gebied tussen 6 en 9,5.
Het TMF raadt cetomacrogcrème gebufferd TMF aan als crèmebasis voor nystatine.
Het is aan te raden om beide activa in aparte crèmebasissen te bereiden.
Cetomacrogolcrème niet-gebufferd is een geschikte basis voor de verwerking van erythromycine gezien de maximale stabiliteit tussen pH 6 en pH 9,5.
Corticosteroïden worden vaak gebruikt in combinatie met erythromycine voor dermaal gerbuik. Deze dermocorticoïden worden vaak gerbuikt onder de vorm van esters. Dit zorgt voor een beter opname door de epidermis. Deze corticoïdesters zijn echter heel pH gevoelig. Cetomacrogolcrème gebufferd TMF is een geschikte basis voor de verwerking van deze esters gezien deze pH 5 heeft.
Gelet op het voorafgaande is het dus niet mogelijk erythromycine te combineren met een corticoïdester en tegelijkertijd de stabiliteit bewaren.
Er bestaan echter enkele uitzonderingen op deze regel.
Sommige esters zijn inderdaad stabieler. Dit is het geval voor hydrocortisonacetaat, prednisolonacetaat, triamcinolonacetonide en betamethasondipropionaat.
Hun associatie met erythromycine wordt als stabiel beschouwd gedurende 4 weken bij kamertemperatuur en kan gerealiseerd worden in een niet gebufferde cetomacrogolcrème.
Wanneer toch een niet-stabiel dermocorticoïd moet gebruikt worden, is het nodig om twee afzonderlijke preparaten te bereiden en aan te raden minstens een uur te laten tussen het
aanbrengen.
Meer informatie hierover kan u lezen in deze uitgave: https://www.apb.be/APB%20Documents/NL/Artikel/Erythromycine_corticoiden.pdf
Er zal rekening moeten gehouden worden met de stabiele pH-gebieden van beide activa.
Erythromycine is stabiel in een pH gebied tussen 6 en 9,5. Metronidazool is stabiel in een pH gebied tussen 4 en 6. Het aanpassen van de pH naar 6,3 met NaOH zou ervoor zorgen dat beide activa in één crèmebasis verwerkt kunnen worden.
Trissels heeft een studie beschikbaar waarbij erythromycine in een W/O emulsie met pH 6,3 stabile blijft voor 12 maanden op kamertemperatuur. (Trissel L.A. Stability of Compounded formulations. 5th ed. Washington DC:American Pharmacists Association, 2012.p.190-191)
De formule van Cetomacrogolcrème Gebufferd TMF volgt de formule van het TMF en bevat bijgevolg sorbinezuur.
De stabiliteit en verenigbaarheid van verschillende actieve bestanddelen in cetomacrogolcrème zorgen ervoor dat beide producten volwaardig naast elkaar kunnen bestaan. Bijvoorbeeld: het pH gebied van cetomacrogolcrème niet gebufferd van Conforma leent zich ertoe om erythromycine te verwerken. Dit is niet het geval met het pH gebied van cetomacrogolcrèùe gebufferd TMF.
De kwalitatieve samenstelling is terug te vinden op https://www.fagron.be/nl-be/tools in het document ‘Kwalitatieve samenstelling van samengestelde producten.
Erythromycine en betamethasondipropionaat zijn onverenigbaar met elkaar en dienen apart bereid te worden.
Cetomacrogolcrème niet-gebufferd is een geschikte basis voor de verwerking van erythromycine gezien de maximale stabiliteit tussen pH6 en 9,5.
Corticosteroïden worden vaak gebruikt in combinatie met erythromycine voor dermaal gerbuik. Deze dermocorticoïden worden vaak gerbuikt onder de vorm van esters. Dit zorgt voor een beter opname door de epidermis. Deze corticoïdesters zijn echter heel pH gevoelig. Cetomacrogolcrème gebufferd TMF is een geschikte basis voor de verwerking van deze esters gezien deze pH 5 heeft.
Gelet op het voorafgaande is het dus niet mogelijk erythromycine te combineren met een corticoïdester en tegelijkertijd de stabiliteit bewaren.
Er bestaan echter enkele uitzonderingen op deze regel.
Sommige esters zijn inderdaad stabieler. Dit is het geval voor hydrocortisonacetaat, prednisolonacetaat, triamcinolonacetonide en betamethasondipropionaat.
Hun associatie met erythromycine wordt als stabiel beschouwd gedurende 4 weken bij kamertemperatuur en kan gerealiseerd worden in een niet gebufferde cetomacrogolcrème.
Wanneer toch een niet-stabiel dermocorticoïd moet gebruikt worden, is het nodig om twee afzonderlijke preparaten te bereiden en aan te raden minstens een uur te laten tussen het
aanbrengen.
Meer informatie hierover kan u lezen in deze uitgave: https://www.apb.be/APB%20Documents/NL/Artikel/Erythromycine_corticoiden.pdf
