Erythromycine en betamethasondipropionaat zijn onverenigbaar met elkaar en dienen apart bereid te worden.
Cetomacrogolcrème niet-gebufferd is een geschikte basis voor de verwerking van erythromycine gezien de maximale stabiliteit tussen pH6 en 9,5.
Corticosteroïden worden vaak gebruikt in combinatie met erythromycine voor dermaal gerbuik. Deze dermocorticoïden worden vaak gerbuikt onder de vorm van esters. Dit zorgt voor een beter opname door de epidermis. Deze corticoïdesters zijn echter heel pH gevoelig. Cetomacrogolcrème gebufferd TMF is een geschikte basis voor de verwerking van deze esters gezien deze pH 5 heeft.
Gelet op het voorafgaande is het dus niet mogelijk erythromycine te combineren met een corticoïdester en tegelijkertijd de stabiliteit bewaren.
Er bestaan echter enkele uitzonderingen op deze regel.
Sommige esters zijn inderdaad stabieler. Dit is het geval voor hydrocortisonacetaat, prednisolonacetaat, triamcinolonacetonide en betamethasondipropionaat.
Hun associatie met erythromycine wordt als stabiel beschouwd gedurende 4 weken bij kamertemperatuur en kan gerealiseerd worden in een niet gebufferde cetomacrogolcrème.
Wanneer toch een niet-stabiel dermocorticoïd moet gebruikt worden, is het nodig om twee afzonderlijke preparaten te bereiden en aan te raden minstens een uur te laten tussen het
aanbrengen.
Meer informatie hierover kan u lezen in deze uitgave: https://www.apb.be/APB%20Documents/NL/Artikel/Erythromycine_corticoiden.pdf